De toewijding van Katsushika Hokusai
“Vanaf de leeftijd van 6 was ik bezeten van het tekenen van de vormen van dingen om me heen. Toen ik 50 was, had ik een universum aan ontwerpen gepubliceerd. Maar alles wat ik heb gedaan vóór de leeftijd van 70 is het niet de moeite waard.
Als ik 75 ben zal ik iets geleerd hebben van de patronen van de natuur, van dieren, van planten, van bomen, vogels, vissen en insecten. Wanneer ik 80 ben, zul je echte vooruitgang zien. Tegen de 90 zal ik me compleet verdiept hebben in het mysterie van het leven zelf. Als 100-jarige zal ik een geweldige kunstenaar zijn.
En op mijn 110e zal alles wat ik maak, een stip, een lijn, als nooit tevoren tot leven komen. Aan iedereen die net zo lang zal leven als ik, beloof ik me aan mijn woord te houden. Ik schrijf dit op mijn oude dag. Ik noemde mijzelf vroeger Hokusai, maar vandaag teken ik mezelf ‘De Oude Man die Gek van Tekenen is’.”
Katsushika Hokusai was een Japanse prent-kunstenaar, schilder en tekenaar. Een van zijn beroemdste prenten is “De Grote Golf bij Kanagawa” (hierboven). Hij leefde van 1760 tot 1849 en heeft dus zijn 110e niet gehaald. Tegen het einde van zijn leven verzuchtte hij: “Als de hemel me nog een paar jaar had gegeven, had ik een echte schilder kunnen worden.” Ik ken weinig collega kunstenaars die niet permanent het gevoel hebben dat het vééééél beter kan. We denken allemaal: “Straks komt er een echte goeie in ons vak en als die mijn ziet zal ik pijnlijk ontmaskerd worden als een zielig amateurtje.”
Continu neurotisch
Die mix van van complete toewijding en tegelijk een neurotische onzekerheid geldt voor vrijwel alle mensen die kunstenaars in hun vak zijn. Of het nu tekenaars zijn, of wetenschappers, gedreven ondernemers, professionals in welke branche dan ook. We zijn allemaal half neurotische, creatieve mensen met een groot hart, een diep gevoel dat het beter, interessanter en beter kan en veel fantasieën over die toekomst.
De wereld kijkt van buiten naar binnen en ziet de resultaten van toewijding. Ze verwarren het resultaat dat af is met de mens(en) die het gemaakt hebben en die allesbehalve af zijn. De maker kijkt van binnen naar buiten en weet hoeveel moeite, alternatieve versies, onzekerheid over beslissingen en wiebelige acties er soms aan vooraf zijn gegaan. “I shine up well on the outside. But…it’s a bit dicey my friend”, zegt Brad Pitt in dit interview ) als gevraagd wordt door de interviewer (minuut 15:05) of de hij in zijn volgende leven als Brad Pitt, Leonardo di Caprio, Quentin Tarantino of Margot Robbie zou moeten terugkomen.
Het is in het algemeen een slecht idee om de buitenkant van anderen te vergelijken met je binnenkant. Zeker als het gaat over iets dat wezenlijk voor je is en waaraan je toegewijd bent. In die situatie heb je bijna per definitie het gevoel dat je tekort schiet. Het is vaak de toegangsprijs voor de andere kant van zo’n bestaan waarin je toewijding voortkomt vanuit iets dat je werkelijk raakt of fascineert, dingen maakt waar je trots op bent en waar anderen van genieten.
Waaraan ben jij toegewijd?
Het is een leuke vraag om mee te spelen en die oneindige bron aan te boren. Waar ben je zo bezeten van dat je er 110 jaar voor over zou hebben om je erin te oefenen. Eindeloos in te verbeteren, te verfijnen, jezelf en anderen te verrassen, naar niveaus te groeien die je vermoed maar waarvan je nooit helemaal zeker zult zijn ze te halen tot je er bent?
Het kan een concrete activiteit zijn zoals tekenen, berekeningen maken, mensen verzorgen of dingen repareren. Maar het kan ook een eigenschap of aspect zijn zoals transformatie, groei, de natuur of competitie. Je kunt erachter komen door naar je activiteiten in een week te kijken en je telkens af te vragen op welke momenten je tot leven kwam alsof je een pennenstreek van Hokusai was op zijn 110e. Als je het eenmaal benoemd hebt kun je jezelf altijd weer inspireren door in zelfs de saaiste momenten dat aspect toe te voegen.
+31 6 5110 8415