In vier maanden van gevoel naar innovatief eindproduct

In vier maanden groeide een gevoel en een idee van een paar zinnen uit tot een volledige succesvolle voorstelling voor kinderen met hoge kwaliteit muziek, decor, spel, illusies, kostuums, en een prima script; op rijm nog wel én voor de Zapp-prijs genomineerd. Ik heb het over De Jokkebrokker een kindershow over fake news van Floris van Delft van watwedoen.nl; vriend en regisseur van o.a. mijn Death and Resurrection Show (een theatershow over gebruik en misbruik van de leugen uit 2009). 

Veel bedrijven zouden hun vingers afgelikt hebben bij het idee om in zo’n korte tijd een kernvisie van een paar regels met veel verschillende professionals door te ontwikkelen tot een hoogwaardig product. Snel, flexibel, creatief faalden we voorwaarts met zeer uiteenlopende professionals naar een topresultaat. En niemand had diepgaande lean, agile of projectmanagement training gehad.

Verlammande rigiditeit

Als je het idee van De Jokkebrokker aan een rigide organisatie had gegeven, er na zes jaar nog weinig gebeurd zou zijn. Er zou een haalbaarheidsonderzoek worden gedaan, in projectgroepen zouden delen van het script zijn uitgewerkt. Als dat klaar was zou een commissie zich over het decor hebben gebogen en zich een jaar hebben beziggehouden met materiaal studies, vergelijkend onderzoek, proefopstellingen en risicoanalyses vanuit wetgeving. Daarna zou een half jaar besteed zijn aan de belichting, dan de muziek en dan zou een lange selectieprocedure gevolgd zijn om de beste acteurs te kiezen. Ik praat nog niet over de kostuums, het ontwerpen van illusies en het trainen van leken om dat uitstekend uit te voeren, de marketing, het boeken van theaters, etc.

Maar ik weet ook zeker dat als je een medewerker uit zo’n bedrijf een functie had gegeven in deze productie, deze ogenblikkelijk productief had meegewerkt. Immers, zo’n medewerker heeft ingebouwde eigenschappen die het vroeger als kind al gebruikte. Toen kon het op het strand met Duitse, Franse en Engelse kinderen met misschien een paar kleine conflicten een prachtig bouwwerk maken. De intentie, de communicatie, taakverdelingen, het werk zelf werd als het ware door het project zelf gemanaged.

Flexibel werken langs protocollen?

Natuurlijk overdrijf ik, maar de kern klopt als ik naar de verhalen van de vele mensen die ik spreek per jaar luister. Ondernemers klagen over teveel regels, in het onderwijs wordt geworsteld met teveel taken naast de kerntaak van onderwijs en begeleiding geven, in grote organisaties ontmoedigen de systemen eigen initiatief en is duiken voor verantwoordelijkheid het gevolg. 

Als tegenbeweging tegen de toenemende starheid zijn we al zo’n zestig jaar bezig met iteratieve en adaptieve werkmethoden. Evolutionary Project Management, Rapid Application Development (RAD) en vele andere aanpakken volgden. Ook de tegenwoordig zo populaire Agile aanpak begon zo’n dertig jaar geleden al. Ik geef, als oud-programmeur en later theatermaker, direct toe dat zo’n theaterproductie of spelen op het strand niet echt te vergelijken is met complexe software ontwikkeling. 

Maar mijn punt is dat we de neiging hebben om wat met de beste intenties begint en aangrijpt op onze natuurlijke manier van ontdekkend, iteratief, spiraalsgewijs toewerken naar een eindresultaat, te gaan vastleggen in protocollen en vaste werkwijze. En agile is natuurlijk niet zo agile meer als je langs protocollen gaat werken. 

Ik zie een paar belangrijke elementen die je helpen om flexibel, spiraalsgewijs, zonder veel ‘waste’ (lean) en creatief te werken.

1. Een kernvisie zonder plan

Het eerste belangrijke element is een geladen visie. Een visie is wat ik een ‘emotionele herinnering van de toekomst’ noem. Je voelt wat je wilt. Je ziet de reacties al voor je. En je hebt een paar fragmenten in je hoofd die belangrijk zijn.

2. Vakkundigheid: inhoud en communicatie

Het tweede element is het verstaan van je vak. Behalve vakinhoudelijke kundigheid zijn ook communicatieve vaardigheden nodig. Daar hoort bij dat je afstemt met elkaar en de regisseur of je ideeën bijdragen aan de kernvisie. Je geeft en ontvangt feedback met die kernvisie als basis en neemt verantwoordelijkheid om correcties door te voeren.

3. Creativiteit en pijntoleratie

Het derde belangrijke element is creativiteit en inventiviteit zodat je geen compromissen sluit met de kernvisie maar nieuwe oplossingen vindt. Dat kost vaak frustratie, pijn, teleurstelling over een mislukt idee. Je tolerantie voor pijn en ongemak helpen je erover heen naar de betere oplossing. 

4. I got your back, you got my back

Het vierde element zorgt ervoor dat je je niet isoleert. Maar dat je geeft om mensen met wie je samenwerkt. Je beseft dat als jij half werk aflevert, of te laat levert anderen daar last van hebben. Dat kan als een domino-effect werken zodat het project later in elkaar stort.

Het creatief proces: tussen structuur en chaos.

Wendy Carlos zei ooit: “What is full of redundancy or formula is predictably boring. What is free of all structure or discipline is randomly boring. In between lies art.” Oftewel, de waarheid ligt in het midden. Regel wat absoluut moet om veiligheid en een goede werksituatie te realiseren. Maar regel vooral niet wat mensen eigenlijk van nature aan boord hebben. Dan gaat het proces zichzelf leiden!

De Jokkebrokker werd gespeeld tussen september-december 2018. Concept & Regie: Floris van Delft / Tekst: Floris van Delft & Wolter Muller / Spel: Rochelle Deekman, Michiel Blankwaardt en Stacyian Jackson / Decor: Laura de Jong / Kostuums: Nicky Nina de Jong / Licht: Mike den Ottolander / Geluidsontwerp: Dries Bijlsma / Magisch adviseur: George Parker / Coproductie: Maas theater en dans / WATWEDOEN

George Parker

+31 6 5110 8415